Een luxeprobleem met een verrassing

Terug
Vlinderen doe ik met de fotoapparatuur die ik mij kan veroorloven. Het vlindernet zou in sommige gevallen erg handig zijn om het determineren van vlinders te vereenvoudigen, maar het vangen van dieren staat me erg tegen. Daarom is het zo mooi dat het fotograferen toch iets van de jacht heeft bewaard zonder dat je het dier er kwaad mee doet. Het komt op hetzelfde neer, want je wilt letterlijk en figuurlijk vasthouden wat je gezien hebt en je wilt het kunnen benoemen, zodat je het de volgende keer herkent. De belangrijkste drijfveer voor de echte Prikkebeen is het “vangen van steeds mooiere, zeldzamere en/of gavere exemplaren.

Maar ook de moderne vlinderjager kent hetzelfde probleem als de ouderwetse en dat is dat de liefhebberij ruimtegebrek veroorzaakt. De opbergdozen voor de dia’s zijn vol en beginnen te veel kasten te vullen. Na het inramen en bekijken van de steeds maar toenemende aantallen dia’s van vlinders neem ik mij voor om komend vlinderseizoen toch kritischer te zijn met het vastleggen van de vlinders die mijn pad gaan kruisen. Zo’n voornemen werkt altijd uitstekend als ik dat rustig thuis bedenk op het moment dat ik met moeite weer een plekje in de kast weet vrij te maken om de nieuwe, volle dia-opbergdoos tussen de andere te plaatsen. Maar eenmaal in het veld, waar volop door diverse soorten wordt gevlogen, is het snel afgelopen met het goede voornemen. Het streven om toch alleen maar af te drukken als de compositie naar tevredenheid is, wordt al gauw vergeten. Want vlinders gaan nou eenmaal zelden of nooit rustig zitten. Is er wind dan heb je er een probleem bij. Bovendien voorkomen stenen, distels en ander scherp gespuis er wel voor dat het vrijwel onmogelijk is om de vlinder zonder onverwachte bewegingen te benaderen, laat staan dat ik zonder pijnlijke uitroep op gelijke hoogte met de zittende vlinder weet te komen.Daarom wordt de strategie al gauw pakken wat je pakken kan. Bovendien vliegen er vaak soorten rond, die bij het bekijken door het kader van mijn camera toch weer vraagtekens oproepen. Was het wel een dwergblauwtje? Het zou ook een zuidelijk dwergblauwtje geweest kunnen zijn, want die vliegt in deze periode ook. Toch bij de volgende keer een paar extra opnamen maken…

Dat is de reden waarom ik de kritische kanttekeningen toch vooral voor thuis bewaar. Pas bij het bekijken van de vergaarde buit op dia is de tijd rijp om grenzen te stellen en vooral niet bang te zijn om veel weg te gooien. Bovendien levert het overdadig fotograferen eenmaal thuis soms bijzondere verrassingen op.

Zo dacht ik bij een voorjaarsbezoek in de Vaucluse in Frankrijk slechts diverse opnamen te hebben gemaakt van allerlei soorten parelmoervlinders, zoals de moerasparelmoer, de veldparelmoer en de westelijke parelmoer. Bij het bekijken van de dia’s, met de determinatiegids er naast, ontdekte ik een vlinder gefotografeerd te hebben die zo op het eerste gezicht best voor een klein parelmoertje door zou kunnen gaan. Vooral ook omdat het hier om een merkwaardig donker getint exemplaar ging. Met mijn pakken-wat-je-pakken-kan-strategie bleek ik zonder het ter plekke te hebben beseft voor
het eerst van mijn leven een sleutelbloemvlinder te hebben gezien.

Dan neem ik het luxe probleem, “waar laat ik mijn dia’s!”, maar op de koop toe. Ik zorg dat ik altijd genoeg reserve diarolletjes bij me heb, want dergelijke verrassingen wil ik niet graag missen!


Sleutelbloemvlinder (Hamearis lucina)


vlinder verder >>

Terug

warthog productions 2006-2012